De Haagse Grote of St. Jacobskerk kreeg een toren met een uitzonderlijk zeskantig grondoppervlak in baksteen gotiek. De toren is opgebouwd uit drie geledingen en een houten spits met lantaarn. De bovenste geleding heeft rondom hoge openingen met galmgaten voor de luidklokken, en daarboven grote wijzerplaten voor het uurwerk.
Helaas bleef deze toren niet lang staan: in 1539 brandde hij gedeeltelijk af na een blikseminslag. Gelukkig steunde Keizer Karel V, landsheer in Den Haag, de herbouw van de toren financieel zodat deze in zijn oude luister weer kon worden hersteld.
De oorsponkelijke torenbekroning met spits en lantaarn, werd in de 19e eeuw vervangen door een zeshoekige voornamelijk gietijzeren opengewerkte spits, die door de Hagenaars wel ‘slaapmuts' werd genoemd. Deze spits, die misschien wel in het tijdsbeeld paste maar niet bij de toren (en ook veel te zwaar bleek...) werd tusen 1951 en 1957 weer vervangen door de hudige torenspits die een reproductie is van de oorspronkelijke torenbekroning met lantaarn waarin het carillon een plaats heeft (op ca 80m hoogte).
De Haagse toren kreeg direct na voltooiing van de bouw in 1424 waarschijnlijk meteen al een paar luidklokken, een uurwerk en een carillon, waarvan enkele klokjes vóór de uur-slag een eenvoudig melodietje speelden, de zogenaamde 'voorslag'.
Karel V schonk na het herstel van de grote brand ook een nieuwe luidklok die in 1541 werd gegoten door Jan en Jasper Moer uit Den Bosch.
Deze luidklok had een belangrijke functie, niet alleen riep hij de gelovigen op tot het gebed en de eredienst, ook waarschuwde hij de Haagse burgerij voor eventueel gevaar of dreigende stadsbrand. Deze luidklok weegt ca 6000 kg en hangt nog steeds in de toren. (Op de klok is de oudste afbeelding van een Haagse ooievaar te vinden)
In de 2e wereldoorlog werden de bronzen klokken van bijna alle kerken in Nederland door de bezetter gevorderd. Zo ook de klokken van de Haagse toren. Van de grote Jhesus-klok kon kon voorkomen worden dat deze werd meegenomen (door in het geheim de torendeur te versmallen waardoor de klok er niet meer door kon) De keinere klokken werden echter wel meegenomen, maar leden schipbruek in het IJselmeer, doordat het schop waarmee ze naar Duitsland vervoerd zouden worden, aan de grond liep en (door sabotage) niet geborgen kon worden. Tot na de oorlog. Zodat ze later toch weer op hun vaste plek kwamen te hangen.
Het oude klokkenspel werd in 1686 in opdracht van het Haagse stadsbestuur vervangen door een carillon van 37 klokken, gegoten door Melchior de Haze in Antwerpen. Later uitgebreid tot 51 klokken van klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts uit Asten. 47 van deze kloken hangen in de spits van de toren, duidelijk zichtbaar vanaf de straat. De vier grootste klokken hangen in de luidzolder (achter de schalmgaten)
Het klavier van de stadsbeiaardier bevind zich boven de luidzolder, onder het carillon. Daar bevind zich ook de messing ‘speeltrommel' van het automatische speelwerk dat dagelijks om het kwartier klikt (tussen 8.15 uur en 21.00 uur) gemaakt door de Haagse smid Libertus van der Burgh in 1689 in zijn werkplaats in het Spuikwartier bij de Nieuwe Kerk.
De speeltrommel is ongeveer 1 m breed en heeft een doorsnede van 1.90 m. In de trommel zitten ca 14.500 gaten waar verplaatsbare pennen in gestoken kunnen worden, die, bij het draaien van de trommel, hamers in werking doen treden die de carillonklokken doen klinken. Drie maal per jaar (in jan. mei en sept.) wordt de melodie aangepast door het ‘verteken' van de pennen.
Volgens een archiefstuk uit 1566 blijkt dat het carillon al eeuwenlang wordt bespeeld op de Haagse marktdagen: maandag en vrijdag. Sinds 1956 speelt de beiaardier ook op woensdag. Op alle 3 de dagen wordt er gespeeld van 12.00 tot 13.00 uur. De huidige beiaardier, sinds 2012, is Gijsbert Kok.
In de toren, achter het orgel is ook de windvoorziening van het orgel aangebracht. Hier staan de grote ‘schepbalgen' die, gevuld door een ‘windmachine' (ventilator) de orgelwind produceren, nodig om het orgel te laten klinken. Het orgel zelf staat opgesteld tegen de torenwand.
Zie ook deze pagina's.
De Stichting Haags Orgel Kontakt (HOK) is een samenwerkingsverband van zes participerende cultuuraanbieders in de Haagse binnenstad.
Klik HIER voor de volledige omschrijving
Het Haags Orgel Kontakt onderschrijft de Governance Code Cultuur (GCC) en de Code Culturele Diversiteit (CCD)
Het Haags Orgel Kontakt wil zich ook houden aan de regelgeving m.b.t. de Algemene Verordening Persoonsgegevens.
In onderstaande LINKS meer info over:
De concerten en andere activiteiten van het HOK zijn alleen mogelijk door financiële bijdragen van subsidiegevers en de structurele subsidie die het samenwerkingsverband van het HOK ontvangt van de Gemeente Den Haag.