Abdijkerk, Loosduinen. Geschiedenis en orgel

Abdijkerk Loosduinen

 HOK locaties - abdijkerk-loosduinen-exterieur.jpg 
[Afb. 1-4: Abdijkerk: Vogelvluchtopnames, kerk v.a. kerkhof, interieur met orgel]

ALGEMENE INFORMATIE KERK:

Naam kerk: Abdijkerk Loosduinen
Adres: Willem III straat 40 Loosduinen 8
Bouwjaar: 1230-1250
Architect: niet bekend
Beheer/gebruik: Hervormde kerk Loosduinen (PKN)

ALGEMENE INFORMATIE ORGEL:

Hoofd orgel: Joachim Reichner, 1780 - 21/II/P
Koor orgel: NVT Wel Frans drukwind-harmonium van Alexandre Debain uit 1860
Titulair organisten: Gijsbert Kok (1e organist) en Vincent Hildebrandt (2e organist)

Organisatie concerten: Arie Molenkamp Stichting
De Abdijkerk maakt geen deel uit van het HOK

GESCHIEDENIS

Geschiedenis Loosduinen:

Loosduinen, een voormalig Westlands tuindersdorp dat ontstond in de middeleeuwen, is sinds 1923 een stadsdeel van Den Haag.

De naam Loosduinen komt van 'loze duinen' (‘overbodige duinen’). Een duingebied dat door landaanwas aan de kust meer landinwaarts was komen te liggen en dus niet meer van belang als zeewering.

Graaf Floris III liet in de 12e eeuw een boerderij bouwen waar later het dorp uit ontstond. In de 13e eeuw werd in opdracht van Graaf Floris IV een Cisterciënzer nonnenklooster gesticht waarvan de Abdijkerk nog een overblijfsel is.
Het ‘Wonder van Loosduinen’ bezorgde het dorp na 1276 de status van bedevaartoord. Gravin Margaretha van Henneberg, de jongste dochter van Floris IV, zou in dat jaar namelijk 365 kinderen hebben gebaard.
Haar was namelijk toegewenst, na een schampere opmerking van haar aan een moeder van een tweeling, dat ze evenveel kinderen zou krijgen als de dagen van het jaar (dat echter bij die wens nog maar twee dagen telde)

  
[Afb. 5a-c: oude afbeeldinge rond 'het wonder van Loosduinen']

Geschiedenis Abdijkerk:

De kerk maakte oorspronkelijk deel uit van het Cisterciënzerklooster dat omstreeks 1098 werd gesticht. Het is het oudste kerkgebouw van Den Haag en kent een lange geschiedenis van verwoestingen vernielingen (door Geuzen en Spanjaarden) en verbouwingen en uitbreidingen die soms later weer werden afgebroken. Deze ‘bouw- en verbouwhistorie'* laat zich van het gebouw aflezen. Met name door de verschillende steensoorten en bouwnaden die nu nog te zien zijn. *(o.a. aanbouw in 1908; toren in 1941; uitgebreide restauratie in 1968-1974, waarna de kerk ‘Abdijkerk’ wordt genoemd)


[Afb. 6: krijttekening Abdijkerk rond 1790]

KERKGEBOUW:

De kerk is één-beukige kerk in de ‘Schelde gotiek’ een ‘overgangsstijl' (van Romaans naar Gotiek ) en staat, zoals dat verwacht mag worden van een middeleeuws godshuis, gesitueerd van oost (waar voortijds het altaar stond en nu Gods woord klinkt) naar west (waar de toren als baken staat en het orgel Gods lof begeleidt). Bij de kerk is een kerkhof aanwezig met oude, maar ook recente graven. De (voorm.) pastorie (nu vergaderzalen) is tegen de toren aan gebouwd.

De kerk is gedekt door een zadeldak. Rondom zijn forse steunberen aangebracht waartussen zich hooggeplaatste vensters bevinden. De drie oostelijke traveeën hebben steeds twee zogenaamde ‘lancetvenster’ per travee, de twee traveeën aan de torenzijde hebben gotische spitsboog vensters. Aan de Noordgevel zijn deze vensters ook op de onderste geleding geplaatst. 
Aan de zuidzijde is de oorspronkelijk aanwezige zijbeuk bij de laatste restauratie weer in ere hersteld. Ter plaatse van de oostgevel heeft lange tijd een dwarse aanbouw (als een soort transept) gestaan waardoor de kerk meer bezoekers kon bevatten. Die aanbouw is tijdens de uitgebreide restauratie van 1968-1974 verwijderd. De huidige aangebouwde gemeentezaal kwam daarvoor in de plaats.

[Afb. 7: Abdijkerk met dwarsbeuke rond 1960]
[Afb. 8: Abdijkerk in huidige vorm. met kloostergang zonder dwarsbeuk]

De toren sluit de westgevel af en heeft drie verdiepingen waarvan de twee onderste een vierkante plattegrond hebben, met steunberen op de hoeken, en de bovenste op zeshoekige basis is, hierin zin ook galmgaten aangebracht voor de luidklokken. De toren is gedekt met een zeshoekig naalddak met leien. Op de toren staat een windvaan met klompen verwijzend naar de klompen die de tuinders(knechten) droegen (in 1894 gemaakt door Dirk Hartman)

  
[Afb. 9, 10, 11: bovenste geleding toren Abdijkerk en windvaan met klompen]

Het interieur van de kerk is sober maar stijlvol en kent enkele fraaie interieurstukken, zoals de preekstoel uit ca 1620 en houten doophek. In de kerk staan geen banken (zoals vroeger langs zijwanden en onder orgel) maar uitsluitend stoelen. Het orgel uit 1780 staat op een orgelgalerij die over de gehele breedte van de kerk loopt. De kerk heeft een vlakke zoldering met moer- en kinderbinten. De dakspanten lopen door tot in de kerk.

 
[Afb. 12, 13: Huidig interieur Abdijkerk (richting kansel en richting orgel)

ORGEL:

Lange tijd heeft men het in de Abdijkerk zonder orgel moeten stellen.
In de tijd dat de kerk nog deel uitmaakte van het klooster was er nog gen sprake van gemeentezang en werd er door de kloosterlingen a-capella gezongen.

Na de Reformatie zal een ‘voorzanger' (wellicht de schoolmeester) de gemeentezang hebben begeleidt. Het orgel werd in die tijd gezien als overblijfsel van de RK-liturgie (‘Paapse pijpenkast’ genoemd) en lange tijd geweerd uit de Gereformeerde eredienst. Iets wat later veranderde mede door toedoen van Constantijn Huygens, die in 1641 zijn ‘Gebruyck of ongebruyck van ’t orgel in de kerken der Vereenighde Nederlanden’ publiceerde)

In 1780 echter levert de Haagse orgelbouwer Joachim Reichner een orgel aan de kerk. Het is een orgel met 10 stemmen, over een handklavier en aangehangen (permanent gekoppeld) pedaal.

Dit orgel wordt in 1791 door Reichner, uitgebreid met een rugwerk met 9 stemmen omdat het orgel onvoldoende kracht had om de gemeentezang te begeleiden. Ook kreeg het orgel twee keteltrommen (pauken) die de organist via een toets kon aanslaan.

In 1856 werkt de beroemde orgelmakers-firma Bätz & Co (Chr.G. Witte) aan het orgel waarbij het wordt aangepast aan de ‘eischen der tijd' (meer romantisch) en uitgebreid. Veel bestaand pijpwerk verdwijnt of wordt anders geïntoneerd.
De hoofdwerklade, de mechaniek en de klavieren worden vervangen en er ontstaat feitelijk een geheel ander orgel dat meer een ‘massief' klankbeeld laat horen dan het oorspronkelijke ‘speelse' karakter en heldere klank.

Het orgelfront is bijzonder fraai en rijk uitgevoerd. Het Hoofdwerk heeft 4 velden, waarvan de middelste gedeeld zijn. Daartussen 3 torens (2 spitse en 1 ronde). Het Rugwerk, dat later is toegevoegd, heeft veel overeenkomst met het Hoofdwerk, zij het dat het maar 2 velden heeft. De labia van alle pijpen zijn voorzien van bladgoud. Evenals het blinderings-snijwerk boven de pijpen van het Hoofdwerk. Het Rugwerk heeft vergulde vlammen tussen de pijpvoeten en guirlandes boven de frontpijpen. Op de Hoofdwerkkas zijn afbeeldingen van muziektrofeeën en versierde vazen geplaatst. Op de torens van het Rugwerk staan vazen. Onder de torens van het Hoofdwerk zijn rijkversierde consoles aangebracht. Bij de Rugwerkkas zijn deze uitgevoerd als (imitatie)marmer, evenals de voorzijde van de orgelgalerij.

Ook de klaviatuur is rijk uitgevoerd. De registertrekkers met vierkante stokken, voorzien van ronde ebbenhouten knoppen met witte emaillen plaatjes, waarop de registernamen zijn vermeld, zijn links en rechts naast de klavieren aangebracht.

 
[Afb. 14, 15: Reichner-orgel Abdijkerk: front en klaviatuur]


Recente restauraties:

In 1974 wordt het orgel, na de grondige restauratie van de kerk, door de fa. Flentrop te Zaandam grondig schoon gemaakt en opgeknapt. Het karakter van orgelmaker Witte (fa Bätz & Co) blijft echter grotendeels gelijk.

In 2006 is het nodig dat het orgel opnieuw een restauratie ondergaat. Daarbij wordt de verzakking van de orgelkas zoveel mogelijk verholpen ook windlades en pijpwerk worden aangepakt en wordt de orgelkas met het lofwerk herstelt. Het blijkt ook mogelijk in de Hoofdwerkkas een pedaallade met 3 stemmen te plaatsen zodat er een zelfstandig Pedaal ontstaat (en dus niet meer ‘aangehangen').

 
[afb. 16, 17: Pedaallade in losse kas achter het orgel. Klaviatuur van bovenaf]


Deze restauratie en reconstructie werd uitgevoerd door orgelmakerij Steendam uit Roodeschool en was mede mogelijk door de (fin.) steun van vele gemeenteleden, fondsen en donateurs. Het orgel werd daarvoor geheel gedemonteerd en vervoerd naar de werkplaats van de orgelbouwer. Een in bruikleen verkregen koororgel begeleide tijdelijk de gemeentezang.


[Afb. 18: Huidige dispositie Reichner-orgel Abdijkerk]

Het huidige orgel heeft 21 stemmen verdeeld over Hoofdwerk (10 st.), Rugwerk (8 st.) en Pedaal (3 st.). Toets en register-tractuur zijn geheel mechanisch. 

Organisten Abdijkerk

In de loop van jaren hebben er vele organisten de Abdijkerk gediend. In 2020 werd Gijsbert Kok (tevens organist van de Amerikaanse Kerk en Stadsbeiaardier) benoemd als 1e organist. Hij volgt daarin Vincent Hildebrand op, die nu als 2e organist is. Voormalig 2e organist Henk Lemckert, zal nog als inval dienst doen.

  
[Afb. 19a-c: Organsiten Abdijkerk: (vlnr:) Gijsbert Kok, Vincent Hildebrandt en Henk Lemckert]

 

CONCERTEN:

De Abdijkerk is, naast plaats van eredienst, tevens een plaats waarin cultuur beleeft kan worden, waarbij de ‘Arie Molenkamp Stichting’ fungeert als initiatiefnemer en organisator.

Zo worden er verschillende concertseries in de Abdijkerk georganiseerd waarbij zowel het orgel, als het harmonium en de piano een belangrijke rol vervullen, maar ook veel ruimte is voor uitvoeringen van vocale- en instrumentale solisten en ensembles. Deze series kunnen zich verheugen op een trouw publiek.

Uiteraard zijn aan deze series de coronamaatregelen niet ongemerkt voorbij gegaan, maar gelukkig konden ze zodra dit mogelijk was weer hervat worden.
(ga voor meer informatie naar de website van de Arie Molenkamp Stichting)

HARMONIUM en VLEUGELPIANO

De Abdijkerk is tevens in het bezit van een uniek Frans drukwindharmonium uit 1860 van Alexandre Debain met 8 stemmen. Ook is er een fraaie Bechsteinvleugel uit omstreeks 1916. Beide instrumenten worden regelmatig bespeeld tijdens concerten.

 
[Afb. 20, 21: Bechsteinvleugel en Debain harmonium]

[Afb. 22: Dispositie Debain-harmonium Abdijkerk]

Bronnen: website Abdijkerk en ‘Orgel en Organisten van Loosduinen’ door Vincent Hldebrandt en Henk Lemckert. (uitg. Het Westen, 2006) Wellicht nog te koop in de kerk.

 

 
[afb. 23a-b: titel- en rug pagina boekje ‘Orgel en Organisten van Loosduinen’

 

MEER INFORMATIE:

HB/jul 2022

Agenda

Kerken & Orgels

Het HOK

De Stichting Haags Orgel Kontakt (HOK) is een samenwerkingsverband van zes participerende cultuuraanbieders in de Haagse binnenstad. 

Klik HIER voor de volledige omschrijving

Het Haags Orgel Kontakt onderschrijft de Governance Code Cultuur (GCC) en de Code Culturele Diversiteit (CCD)

Algemeen - GCC_beeldmerk_kleur_web.jpg  

Het Haags Orgel Kontakt wil zich ook houden aan de regelgeving m.b.t. de Algemene Verordening Persoonsgegevens.

 

De concerten en andere activiteiten van het HOK zijn alleen mogelijk door financiële bijdragen van subsidiegevers en de structurele subsidie die het samenwerkingsverband van het HOK ontvangt van de Gemeente Den Haag.